skällande

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • skäl·lan·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoordelijke gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord skälla met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 39076
stellend vergrotend overtreffend
skällande


Bijvoeglijk naamwoord

skällande

  1. scheldend (van een persoon)
  2. blaffend (van een hond)
Verbuiging
  • Geen verbuiging

Werkwoord

skällande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van skälla
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skällande     skällandet     skällanden     skällandena  
genitief   skällandes     skällandets     skällandens     skällandenas  

Zelfstandig naamwoord

skällande, o

  1. gescheld, schimpscheut, standje
  2. hondengeblaf
Synoniemen