scrupuleus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scru·pu·leus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nauwgezet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1611 [1]
  • afgeleid van scrupule met het achtervoegsel -eus
  • afgeleid van het Franse scrupuleux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen scrupuleus scrupuleuzer scrupuleust
verbogen scrupuleuze scrupuleuzere scrupuleuste
partitief scrupuleus scrupuleuzers -

Bijvoeglijk naamwoord

scrupuleus

  1. zorgvuldig, zeer gewetensvol, nauwgezet
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen