schrijftafel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrijf·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schrijftafel schrijftafels
verkleinwoord schrijftafeltje schrijftafeltjes

Zelfstandig naamwoord

schrijftafel v/m

  1. (meubel) een meubelstuk ontworpen om aan te schrijven
     De chique, ruime schrijftafel van ebbenhout, die stijlvol was ingelegd met lichtere houtsoorten, die voor het raam was geplaatst naast de openslaande deuren naar het terras en die gepaard was aan een sobere maar degelijke en comfortabele houten bureaustoel uit de jaren dertig, had ik al meteen bij binnenkomst opgemerkt.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18