samenstellen
Uiterlijk
- Geluid: samenstellen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsamə(n)ˌstɛlə(n) / (4 lettergrepen)
- sa·men·stel·len
- samenstelling van samen en stellen
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| samenstellen |
stelde samen |
samengesteld |
| zwak -d | volledig | |
samenstellen
- overgankelijk meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
- U kunt uw eigen gerecht samenstellen.
de samenstellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel
- Het woord samenstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "samenstellen" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %