Naar inhoud springen

composer

Uit WikiWoordenboek
  • com·po·ser
enkelvoud meervoud
naamwoord composer composers
verkleinwoord - -

de composerm

  1. (geschiedenis) schrijfmachine met verwisselbare lettertypen, vaak gebruikt om eenvoudig zetsel voor goedkoop drukwerk te maken
    • Hij kan zich nog goed herinneren dat de krant vroeger letter voor letter in lood werd gezet. Daarna kwam de typemachine. De composer, een elektronische typemachine, leek een revolutie in de jaren tachtig. [2]
73 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
composer composers

composer

  1. (muziek) componist


stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
composer
composais
composé
eerste groep volledig

composer

  1. (muziek) componeren
  2. maken, samenstellen