rooien

Uit WikiWoordenboek
Rooimachine (suikerbieten)
Externe video:Schorseneren rooien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rooi·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rooien
rooide
gerooid
zwak -d volledig

Werkwoord

rooien

  1. overgankelijk van een oogst, bomen uit de grond halen
    • Aardappels, schorseneren en wortelen worden vaak machinaal gerooid. 
  2. (verouderd) met een werpspies treffen, i.h.a doel treffen, slagen
    • [G]ij moet regt in die sloot sturen, zult gij dat wel rooijen? Ik kan den paal niet rooijen. (1811) [2] 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]:
  • het kunnen rooien
zich kunnen redden, met name financieel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen