Naar inhoud springen

roker

Uit WikiWoordenboek
  • ro·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord roker rokers
verkleinwoord rokertje rokertjes

derokerm

  1. iemand die een genotmiddel rookt
  2. iemand die door roken voedsel verduurzaamt
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]
  • ro·ker
Naar frequentie > 50000

roker

  1. gebiedende wijs van rokere
  • ro·ker

roker

  1. gebiedende wijs van rokera

roker

  1. gebiedende wijs van rokere