revenu
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ve·nu
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | revenu | revenuen revenu's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
revenu [2]
- dat wat aan geld binnenkomt na het leveren van goederen, diensten of om andere redenen
- Alvast in Frankrijk spreidde het pleidooi voor een ‘revenu universel’ het bedje van PS-presidentskandidaat Benoît Hamon. Ook in Vlaanderen verdedigen steeds meer linkse politici het idee. [3]
- Let wel: de openbare bibliotheken erkennen en respecteren hun verplichtingen ten aanzien van auteursrechten. Daarom proberen zij ook al jaren tot een schikking te komen. Maar inmiddels neemt de jacht op de auteursrechtelijke revenuen angstaanjagende vormen aan. [4]
Synoniemen
Vertalingen
1. dat wat aan geld binnenkomt na het leveren van goederen, diensten of om andere redenen
Gangbaarheid
- Het woord revenu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "revenu" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ revenu op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard DINSDAG 31 JANUARI 2017
- ↑ NRC Leo Popma 6 januari 1998
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be