res publica

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  res publica    (hulp, bestand)
• IPA: /rɛsˈpublika/, /rɛsˈpyblika/

Woordafbreking

• res pu·bli·ca

Woordherkomst en -opbouw

• van Latijn res publica

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	res publica	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

res publica v

1. openbare zaak, algemeen belang, staat

   • De jeugd krijgt door deze ouderlijke verantwoordelijkheid een toekomst. Ook de politieke verantwoordelijkheid van een politicus/politica voor de res publica, de publieke zaak, de politieke gemeenschap, vertoont deze niet-wederkerige relatie, als het goed is tenminste. 

Gangbaarheid

• Het woord 'res publica' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

• vaste verbinding van res "zaak" en publica "publiek, openbaar, algemeen"

res publica v

1. openbare zaak, algemeen belang, staat

Overerving en ontlening

• Nederlands: res publica, republiek