renovatie

Nederlands

Sint-Amanduskerk van Hundelgem vóór en na renovatie.

Uitspraak

• Geluid:  renovatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• re·no·va·tie

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van renoveren met het achtervoegsel -atie.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	renovatie	renovaties
verkleinwoord	renovatietje	renovatietjes

Zelfstandig naamwoord

de renovatie v

1. (bouwkunde) het opnieuw bewoonbaar maken van een huis of wijk door een grote verbouwing

   • Er worden hier momenteel renovaties uitgevoerd. 

   ▸ Het museum is de komende jaren nog dicht voor renovatie. Vorig jaar opende koning Willem-Alexander het internationaal geroemde Depot Boijmans van Beuningen. Het was het eerste kunstdepot ter wereld dat toegankelijk is voor publiek en kwam mede uit de koker van Ex.

2. (juridisch) de laatste aanmaning tot betaling

   • De renovatie is gisteren verstuurd. 

Afgeleide begrippen

• [1] renovatiemethode, renovatietechniek

Vertalingen

    1.   

Catalaans: renovació (ca) v Duits: Renoviering (de) v Engels: renovation (en) Frans: rénovation (fr) v

Italiaans: rinnovo (it) m Portugees: renovação (pt) v Spaans: reforma (es) v, renovación (es) v

Gangbaarheid

• Het woord renovatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "renovatie" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.