rechthebbende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·heb·ben·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechthebbende rechthebbenden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rechthebbendev / m

  1. (juridisch) een rechtspersoon die recht op iets heeft
    • Hij is de enige rechthebbende op de erfenis van zijn ongehuwde tante. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be