rats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rats
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1883 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rats | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kliekjes van vorige dagen opgediend als voedsel
- Lou Bandy zong van rats, kuch en bonen.
- in de ~ zitten: angst hebben
- Hij heeft aardig in de rats gezeten.
- rommel, afval
- Gooi die hele rats maar weg.
Anagrammen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ratsen |
rats
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ratsen
- Ik rats.
- gebiedende wijs van ratsen
- Rats!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ratsen
- Rats je?
Gangbaarheid
- Het woord rats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "rats" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %