radiosonde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radiosonde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·dio·son·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio en sonde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiosonde | radiosondes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (meteorologie), (elektronica) een apparaat dat hangend onder een weerballon meteorologische metingen verricht en deze draadloos doorgeeft aan een meteorologisch station.
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord radiosonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.