pochhans
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- poch·hans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pochhans | pochhanzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (informeel) iemand die opschept
Synoniemen
- windbuil, praler, charlatan, grootspreker, snoever, praalhans, blaaskaak, pocher, opschepper, bluffer
Gangbaarheid
- Het woord pochhans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pochhans" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ pochhans op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be