plantkundige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plant·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van plantkundig met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plantkundige | plantkundigen |
verkleinwoord | plantkundigje | plantkundigjes |
Zelfstandig naamwoord
plantkundige m
- (beroep) een wetenschapper die de plantkunde beoefent
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Bijvoeglijk naamwoord
plantkundige
- verbogen vorm van de stellende trap van plantkundig
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord plantkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.