plaatsvinden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plaatsvinden (hulp, bestand)
- IPA: /platsˈvɪndə(n)/
Woordafbreking
- plaats·vin·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plaats en vinden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plaatsvinden |
vond plaats |
plaatsgevonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
plaatsvinden
- gebeuren, geschieden, plaatshebben
- De werkzaamheden zullen vooral in de zomer plaatsvinden.
- ▸ Om niet direct terug te vallen in mijn oude gewoontes had ik me tijdens het lopen al ingeschreven voor de Amsterdamse marathon, die precies twee weken na mijn terugkomst zou plaatsvinden.[1]
Vertalingen
1. gebeuren, geschieden, plaatshebben
Gangbaarheid
- Het woord plaatsvinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "plaatsvinden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %