penalty

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·nal·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘strafschop (bij het voetbalspel)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1914 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord penalty penalty's
verkleinwoord penalty'tje penalty'tjes

Zelfstandig naamwoord

penalty m

  1. (sport) een directe vrije trap voor de aanvallende partij na een zware overtreding van de verdedigende partij binnen het strafschopgebied
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen