ontslaan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·slaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontslaan |
ontsloeg |
ontslagen |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
ontslaan
- overgankelijk (m.b.t. een werknemer) de arbeidsovereenkomst beëindigen van, meestal wegens onbekwaamheid of wangedrag van de werknemer
- overgankelijk (+ van) ontheffen (van), vrijstellen (van): iemand ontslaan van een verplichting
- overgankelijk beëindigen van een ziekenhuisopname
- De patiënt werd drie dagen na de opname weer uit het ziekenhuis ontslagen.
Vertalingen
1. arbeidsovereenkomst beëindigen
2. iemand ontslaan van een verplichting
3. beëindigen van een ziekenhuisopname
Gangbaarheid
- Het woord ontslaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ontslaan" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ ontslaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %