ontrukken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontrukken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·ruk·ken

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van rukken met het voorvoegsel ont-

Werkwoord

ontrukken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontrukken	ontrukte	ontrukt
zwak -t	volledig

1. met kracht losmaken

   • Als die dromen ook nog eens volkomen indruisen tegen de lokale mores van bier, bokslessen en opgekropte boosheid, wacht een 12-jarig schoffie een harde strijd om zich te ontrukken aan zijn groezelige geboortegrond.  
   • De regisseur is het ermee eens dat ‘Detroit’ een schandvlek in de Amerikaanse geschiedenis is die nooit vergeten mag worden. ,,De film laat deels zien dat racisme in bepaalde Amerikaanse politiekorpsen kennelijk onuitroeibaar is. Daarom is het relevant om het verhaal nu aan de vergetelheid te ontrukken.’’  

Synoniemen

• ontworstelen, weghalen, uitrukken, trekken, onttrekken

Vertalingen

    1.   

Engels: extort (en)

Gangbaarheid

• Het woord ontrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontrukken" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.