Naar inhoud springen

onderneming

Uit WikiWoordenboek
  • on·der·ne·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord onderneming ondernemingen
verkleinwoord onderneminkje onderneminkjes

deondernemingv

  1. (bedrijfskunde) organisatie die met een winstoogmerk producten of diensten voortbrengt, bedrijf
    • Hij wil hier een onderneming gaan starten. 
     Het aantal foodtruckondernemingen is in vijf jaar tijd ruim verdubbeld. In 2017 waren er bij de Kamer van Koophandel (KvK) nog 1189 ondernemingen met een foodtruck ingeschreven, inmiddels zijn dat er 2495. Tijdens de coronacrisis hield de groei van het aantal foodtrucks aan.[1]
     Een eigen automaat die je in een bedrijf plaatst en zelf vult met frisdrankblikjes, proteïnerepen of zelfs haarproducten. Steeds meer Nederlanders beginnen een eigen onderneming in verkoopautomaten. Bij de Kamer van Koophandel waren op 1 april meer dan twee keer zoveel verkoopautomaatondernemers ingeschreven als twee jaar geleden.[2]
  2. een gewichtige zaak die men op zich neemt
    • Dat is wel een hele onderneming, zeg! 
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron “Aantal foodtruckondernemingen sinds 2017 verdubbeld, vaker fulltime uitbaters” (17 mei 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 april 2025 Weblink bron
    Pomme Rademaker
    “Bijverdienen met een verkoopautomaat bij kapper of sportschool is in trek” (5 april 2025), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud meervoud
naamwoord onderneming ondernemings

onderneming

  1. onderneming