onbestendig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbestendig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·be·sten·dig
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wisselvallig’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- Afgeleid van bestendig met het voorvoegsel on- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbestendig | onbestendiger | onbestendigst |
verbogen | onbestendige | onbestendigere | onbestendigste |
partitief | onbestendigs | onbestendigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbestendig [3]
- aan allerlei veranderingen onderhevig
- grillig, wispelturig
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord onbestendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onbestendig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "onbestendig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ onbestendig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be