omsingelen
Uiterlijk
- Geluid: omsingelen (hulp, bestand)
- om·sin·ge·len
- samenstellende afleiing van om (bijwoord) en singel (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat de onbepaalde wijs van een (werkwoord) vormt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omsingelen |
omsingelde |
omsingeld |
zwak -d | volledig |
omsingelen
- overgankelijk aan alle kanten omsluiten
- De Duitsers trachtten bij Koersk het Rode Leger te omsingelen.
- ▸ Ik voelde me als een vis in een fuik, gevangen in een diepe vallei, omsingeld door hoge bergen met geen enkel teken van beschaving in de buurt.[1]
1. aan alle kanten omsluiten
- Het woord omsingelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omsingelen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %