singel
Uiterlijk
- sin·gel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(weg langs de buitenzijde van een) stadsgracht’ voor het eerst aangetroffen in 1271 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | singel | singels |
verkleinwoord | singeltje | singeltjes |
- gracht om het centrum van een stad
- Verslag van de eerste SingelSwim, een zwemtocht door de Singel van Utrecht. Deelnemers zwemmen twee kilometer voor het goede doel, in dit geval onderzoek naar de spierziekte FSHD. O.a. Anita Witzier, Sofie van den Enk en Jan Joost van Gangelen zwemmen mee. [5]
- (verkeer) een weg die om het centrum van de stad loopt
- De komende drie weken wordt gewerkt aan de Lasondersingel. De singel krijgt een nieuwe asfaltlaag. Ook wordt de knik in de binnenste ring ter hoogte van de Blijdensteinlaan weggewerkt. [6]
- (ecologie) een rij bomen met kreupelhout
- Akkers en graslanden moeten geschikt worden gemaakt door minder of geen bemesting. Ook moeten de singels ten oosten van de Blokkendijk verdwijnen, evenals hekken en afrastering in het hele gebied. In het gebied worden veel bomen verwijderd. [7]
- (paardrijden) een brede band om de buik van een paard
- (religie), (kleding) koord dat een priester die de misdienende priester draagt
- (techniek) draagband onder de zitting van een stoel
- [1] gracht, stadsgracht
- [2] rondweg, avenue
1. gracht om het centrum van een stad
4. band om de buik van een paard
- Het woord singel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "singel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "singel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ singel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 13 juni 2015
- ↑ Tubantia 03-november-2017
- ↑ Tubantia Mariëtte Cellarius 01-november-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Ecologie in het Nederlands
- Paardrijden in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %