oerbos

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Laatste Europese oerbos in Polen
Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·bos
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bos met het voorvoegsel oer-
enkelvoud meervoud
naamwoord oerbos oerbossen
verkleinwoord oerbosje oerbosjes

Zelfstandig naamwoord

oerbos o

  1. (biologie) een bos dat van oudsher bestaat zonder invloed van menselijke activiteit
    • In veel delen van de wereld zijn oerbossen schaars geworden. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be