oelèëbalang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oelèëbalang (hulp, bestand)
- IPA: /ulɛjəbalaŋ/
Woordafbreking
- oe·lèë·ba·lang
Woordherkomst en -opbouw
- van Atjehs ulèë "hoofd" en Sanskriet बल (bala), "kracht. leger"; cognaat met Indonesisch hulubalang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oelèëbalang | oelèëbalangs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oelèëbalang m
- (geschiedenis), (adel) heerser over een gebied in Atjeh
- Deze oelèëbalangs (lokale machthebbers) waren deel van een gelaagde hiërarchie van feodale heren die zich vooral toelegden op het uitzuigen van de bevolking en elkaar het licht in de ogen niet gunden. [1]
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. heerser over een gebied in Atjeh
Gangbaarheid
- Het woord 'oelèëbalang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.