zonne-energie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zonne-energie    (hulp, bestand)
• IPA: /'zɔnəʔenɛr'ɣi/

Woordafbreking

• zon·ne-ener·gie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zon  en  energie  met het invoegsel -e- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zonne-energie	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zonne-energie v

1. (natuurkunde) (elektrotechniek) energie die gewonnen wordt uit de straling van de zon

   • Anno 2008 is de toepassing van zonne-energie eerder een politiek vraagstuk dan een wetenschappelijk, technologisch of economisch. 

Vertalingen

    1. energie die gewonnen wordt uit de straling van de zon   

Afrikaans: sonenergie (af) Deens: solenergi (da) g Duits: Sonnenenergie (de) v, Solarenergie (de) v Engels: solar energy (en) Estisch: päikeseenergia (et) Fins: aurinkoenergia (fi) Frans: énergie solaire (fr) v Fries: sinne-enerzjy (fy) g Grieks: ηλιακή ενέργεια (el) v Hebreeuws: אנרגיה סולארית (he) v (energiya solarit)

Indonesisch: energi surya (id) Italiaans: energia solare (it) v Noors: solenergi (no) v Nynorsk: solenergi (nn) v Portugees: energia solar (pt) v Spaans: energía solar (es) v Turks: güneş enerjisi (tr), güneş erkesi (tr) Zweeds: solenergi (sv) g

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord zonne-energie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.