neerklappen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neerklappen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neer·klap·pen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  neer bw  en  klappen ww 

Werkwoord

neerklappen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
neerklappen	klapte neer	neergeklapt
zwak -t	volledig

1. overgankelijk om een scharnier na beneden laten draaien

   • Bij elke foto klinkt uit je mobiele telefoon een sappige klik. In die fractie van een seconde hoor je een spiegel op- en neerklappen, terwijl de spleetsluiter zich opent en weer sluit en intussen een beetje licht doorlaat naar de gevoelige plaat.  
   • Voor de tweede zitrij bestaan trouwens twee keuzemogelijkheden: een asymmetrisch neerklapbare bank (60:40) of drie afzonderlijk neer te klappen, separate stoelen. Die zijn alle drie voorzien van een Isofix-aansluiting voor kinderzitjes. Het neerklappen gaat (per stoel) met één simpele beweging; je hoeft dus niet de zitting en de leuning apart te bedienen.  
   • De leuning van de tweede zitrij laat zich in drie delen neerklappen, in de verhouding 40:20:40. Om het comfort te verhogen is het zelfs mogelijk om de leuning in 15 stappen onder een hoek van 19 graden te veranderen.  

Antoniemen

• opklapbaar

Afgeleide begrippen

• neerklapbaar

Vertalingen

    1.   

Engels: fold down (en)

Gangbaarheid

• Het woord neerklappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.