neerklapbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neer·klap·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen neerklapbaar neerklapbaarder neerklapbaarst
verbogen neerklapbare neerklapbaardere neerklapbaarste
partitief neerklapbaars neerklapbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

neerklapbaar

  1. naar beneden te scharnieren
    • Even gaapverwekkend sloom is de gedeelde rugleuning van de achterbank, zowel links als rechts elektrisch verstelbaar én geheel neerklapbaar met twee knoppen in de kofferruimte. Dat je voor je geduld niet wordt beloond met een volledig vlakke laadvloer zal de kopers worst zijn. Ze zijn toch uit de kinderen en de vakantiepiepers kunnen in de caravan. De vierwielaangedreven NX trekt aanhangers tot 1.500 kilo. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bas van Putten NRC 10 januari 2015