nascere

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·sce·re

Werkwoord

nascere onovergankelijk

  1. geboren worden
    «nascere in anticipo di tre settimane»
    drie weken te vroeg geboren worden
  2. beginnen, ontstaan, aanbreken
  3. ontspringen
    «il fiume nasce dalle montagne»
    de rivier ontspringt in de bergen
  4. rijzen, opkomen (van hemellichaam)
  5. (plantkunde) opkomen, ontspruiten