ontspruiten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontspruiten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·sprui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontspruiten |
ontsproot |
ontsproten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
ontspruiten
- ergatief een nieuwe loot vormen aan een plant of uit een zaad.
- Een bruine boon ontspruit als je deze een tijdje op een vochtig sponsje in het donker legt.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord ontspruiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ontspruiten" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %