moeke
- moe·ke
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moeke | moekes |
verkleinwoord |
- oubollige naam voor een vrouw die een kind heeft gekregen
- (pejoratief) vrouw die zich heel erg uitslooft in de huishouding
- Om enigszins het kaf van het koren te scheiden besloten ze een duidelijke advertentie te plaatsen. 'Gezocht: Ouderwetse schoonmaakster', luidde de tekst. Sies: "We hebben heel veel reacties op de advertentie gehad." Wat zoeken ze dan precies? "Een 'echte moeke' van 40 of 50 jaar. Het liefst met veel kinderen." [2]
- oude vrouw
- Voor de zelfgekozen dood van de 99-jarige 'Moeke' Heringa was destijds geen alternatief voorhanden. De huisarts weigerde mee te werken, bleek dinsdag ter zitting in de rechtbank in Zutphen. [3]
2. huissloof
- Het woord moeke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moeke" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ moeke op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 26-02-08 'Echte moeke' voor het schoonmaken
- ↑ Tubantia 03-09-13 'Geen alternatief' voor zelfverkozen dood moeder (99)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be