mobile

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Mobile

Nederlands

Uitspraak
mobiel: 1. beweeglijk kunstwerk
Woordafbreking
  • mo·bi·le
enkelvoud meervoud
naamwoord mobile mobiles
mobile's
verkleinwoord mobiletje mobiletjes

Zelfstandig naamwoord

mobile

  1. m, o (kunst) kunstwerk dat door trillingen of luchtstromingen in beweging blijft, vaak doordat de samenstellende delen zo zijn verbonden dat ze telkens weer in een andere stand in evenwicht zijn
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Deens

Woordafbreking
  • mo·bi·le

Bijvoeglijk naamwoord

mobile, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van mobil

mobile, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van mobil


Engels

stellend vergrotend overtreffend
mobile more mobile most mobile

Bijvoeglijk naamwoord

mobile

  1. mobiel, beweeglijk
enkelvoud meervoud
mobile mobiles

Zelfstandig naamwoord

mobile

  1. mobieltje


Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
mobile mobiles

Bijvoeglijk naamwoord

mobile

  1. mobiel