martelaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·te·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘die lijdt voor zijn geloof’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Naamwoord van handeling van martelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | martelaar | martelaars martelaren |
verkleinwoord | martelaartje | martelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die voor een goede zaak lijdt of sterft en daarmee tot symbool wordt gezien van de strijd voor die zaak, iemand die gemarteld wordt of is
- De martelaar pleegde zelfmoord voor zijn geloof.
- ▸ Of zou het te theatraal lijken tussen al die theaterspecialisten? Alsof ze de martelaar wilde spelen? Want zoals gezegd, iedereen wist toch al wat er was gebeurd.[3]
- iemand die anderen martelt
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand die voor een zaak lijdt of sterft en daarmee tot symbool wordt gezien van de strijd voor die zaak
Gangbaarheid
- Het woord martelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "martelaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "martelaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aar in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %