Naar inhoud springen

malle

Uit WikiWoordenboek
  • mal·le

malle

  1. verbogen vorm van de stellende trap van mal


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  malle     la malle     malles     les malles  

malle v

  1. koffer


  • mal·le
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
malle malo maluī -
onregelmatig volledig

malle infinitivus praesens actief

  1. liever willen.


vervoeging van
mallar

malle

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar