luchtpijp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lucht·pijp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lucht en pijp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luchtpijp | luchtpijpen |
verkleinwoord | luchtpijpje | luchtpijpjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) de luchtweg tussen het strottenhoofd tot aan de opsplitsing in de hoofdbronchi
- een pijpje waardoor ademgehaald kan worden
Synoniemen
Hyponiemen
- [2] snorkel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord luchtpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "luchtpijp" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be