leut
Uiterlijk
- leut
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leut | - |
verkleinwoord | - | - |
- (informeel) genoegen, plezier, lol
- Dat doen we gewoon voor de leut.
- (informeel) (drinken) koffie
- Zal ik 'ns een bakkie leut zetten?
- leute (Vlaams)
- Het woord leut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leut" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "leut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ leut op website: Etymologiebank.nl
- ↑ leut op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be