koffieleut

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kof·fie·leut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koffieleut koffieleuten
verkleinwoord koffieleutje koffieleutjes

Zelfstandig naamwoord

koffieleut v / m

  1. iemand die graag en veel koffie drinkt

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be