lentedag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- len·te·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lente en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lentedag | lentedagen |
verkleinwoord | lentedagje | lentedagjes |
Zelfstandig naamwoord
de lentedag m
- (meteorologie) een dag in maart, april of mei
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. lentedag
Gangbaarheid
- Het woord lentedag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lentedag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be