landschap
- land·schap
- In de betekenis van ‘landstreek, landelijke omgeving’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van land met het achtervoegsel -schap [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landschap | landschappen |
verkleinwoord | landschapje | landschapjes |
landschap o
- hoe een bepaalde streek eruitziet qua geologische vormen en begroeiing
- (kunst) een schilderij waarop [1] het onderwerp van het kunstwerk is
- landstreek
|
|
1.
- Het woord landschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landschap" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "landschap" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ landschap op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be