landschapsboer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- land·schaps·boer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van landschap en boer met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landschapsboer | landschapsboeren |
verkleinwoord | landschapsboertje | landschapsboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de landschapsboer m
Gangbaarheid
- Het woord 'landschapsboer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.