kruiwagen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krui·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eenwielig voertuig’ voor het eerst aangetroffen in 1343 [1]
- samenstelling van krui ww en wagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruiwagen | kruiwagens |
verkleinwoord | kruiwagentje | kruiwagentjes |
Zelfstandig naamwoord
kruiwagen m
- een eenwielige kar met twee lange handgrepen voor het transport van zware, meestal losse lading
- (figuurlijk) iemand die een persoon aan een baan helpt
Vertalingen
1. een eenwielige kar met twee lange handgrepen voor het transport van zware, meestal losse lading
Gangbaarheid
- Het woord kruiwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kruiwagen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.