Naar inhoud springen

kruissleutel

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 23:29 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
Kruissleutel
  • kruis·sleu·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord kruissleutel kruissleutels
verkleinwoord kruissleuteltje kruissleuteltjes

kruissleutel m

  1. (gereedschap) een sleutel met vier vaste doppen, om de moeren van een autowiel aan of los te draaien
    • De wielmoeren zaten muurvast, ook met de kruissleutel lukte het niet.