krommer
Uiterlijk
- krom·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krommer | krommers |
verkleinwoord | krommertje | krommertjes |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de krommer m
- stuk hout met een gebogen vorm
- ▸ Van de totale uitgaven was tussen de ƒ600.000 en ƒ750.000 bestemd voor de scheepsbouw met als grootste kostenpost eikenhout voor de scheepsromp. Het Hamburgse, overzeese en bovenlandse hout werd aangeleverd als rechthout en krommers (speciaal kromgegroeide bomen), die vervolgens in de houtzaagmolens bij de scheepswerf tot balken en planken verzaagd werden.[2]
- (bouwkunde), (scheepvaart): staander met een gebogen vorm, bijvoorbeeld als deel van spant
- ▸ De boogvormige ribben van de peer, elk met een doorsnede van ca. 15 × 15 centimeter bestonden elk uit enige zware stukken eikenhout, die destijds uit zwaar plaathout waren gezaagd, overeenkomstig de gewenste kromming. De oorspronkelijke constructie zal bestaan hebben uit krommers aan één stuk.[3]
- ▸ Om ruimte te winnen werden in de tijd van de eikehoutconstructies soms de spantbenen vervaardigd uit kromgegroeid hout, de zogenaamde krommer.[4]
- (toneel) dunne scharnierpen die bovenaan in een oog is gebogen, zodat decorstukken met scharnieren snel kunnen worden opgebouwd en afgebroken
- ▸ De krommer als woord is voortgekomen uit de traditie van de dagelijks praktijk bij het bouwen van decorstukken. Het betreft een grote spijker, waarvan de kop is omgebogen en die dient als een pin om twee scharnierhelften met elkaar te verbinden. De krommer kan gemakkelijk zonder gereedschap of een klein tikje van een hamer verwijderd worden.[5]
- [1] kromhout
krommer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van krom
- Het woord krommer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krommer" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron J.Th. RijperRecensies : J. Gawronski, De equipagie van de Hollandia en de Amsterdam. VOC-bedrijvigheid in 18de-eeuws Amsterdam in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden., jrg. 114 nr. 1 (voorjaar 1999), Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, Den Haag, p. 99
- ↑ Weblink bron Herman Janse“De Oude Kerk te Amsterdam.” (2004), Waanders, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 904008680X, p. 408/409
- ↑ Weblink bron Marceline Dolfin e.a.“Utrecht. De huizen binnen de singels. Beschrijving.” (1989), SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 9012058740, p. 435 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Gouden Krommer” (18 juni 2015) op theaterencyclopedie.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Bouwkunde in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Toneel in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %