kokosvezel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokosvezel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔsˌvezəl / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔsˌve.zəɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔsˌve.zəl/
Woordafbreking
- ko·kos·ve·zel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokos en vezel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokosvezel | kokosvezels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een vezel gewonnen uit de schil van een kokosnoot
- Van kokosvezel wordt vaak kokosgaren gemaakt.
Synoniemen
Verwante begrippen
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokosolie, kokospalm, kokossuiker, kokosvlees
Vertalingen
1. een vezel gewonnen uit de schil van een kokosnoot
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kokosvezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.