kokossuiker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·kos·sui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kokossuiker kokossuikers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kokossuikerm

  1. (voeding) door koken tot een bruine suiker ingedikte kokosmelk
    • In sommige kringen heeft kokossuiker een beetje een reputatie als wondervoedsel, net als wel meer kokosproducten. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen