Naar inhoud springen

kokos

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 30 apr 2017 om 07:51 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
  • ko·kos
enkelvoud meervoud
naamwoord kokos -
verkleinwoord - -

kokos o

  1. (stofnaam) de eetbare substantie in het binnenste deel van de kokosnoot
    • Misschien is het wel lekker om hier wat kokos door te doen. 
98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]


kokos

  1. insluiten, opsluiten
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be