klinksteen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klinksteen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɪŋksten / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- klink·steen
Woordherkomst en -opbouw
- [A] samenstelling van klink ww en steen zn , omdat het een heldere toon kan voortbrengen als het wordt aangeslagen [1]
- [B] samenstelling van klink ww en steen zn , omdat hij een helder klinkend geluid maakt als je er tegen tikt [2]
- [C] van Middelnederlands clincsteen samenstelling van klink ww en steen zn [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klinksteen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (mineralogie) (verouderd) soort groengrijs uitvloeiingsgesteente
Synoniemen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klinksteen | klinkstenen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] klinksteen m
- (wegenbouw) (bouwkunde) (verouderd) blok zeer hard gebakken klei, gebruikt als plaveisel of bouwmateriaal
- ▸ ⧖ (…) de lezer worstelt tegen dat huppelen en rammelen dat den geest vermoeit, verstrooit, dat de aandacht op harde proef stelt en zóó eentonig wordt - als de trapplende hoeven van paarden op klinksteen, (…)[5]
- ▸ ⧖ De koelbakken bestaan meestal uit besten klinksteen, bij sommige zeer net vierkant uitgeslepen, dezelven worden in tras opgemetseld; (…)[6]
Synoniemen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klinksteen | klinkstenen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[C] klinksteen m
- (bouwkunde) steen met een uitholling voor een deurklink
Gangbaarheid
- Het woord 'klinksteen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joseph Théodore CattieNatuurkunde. : Gemeenzame brieven van een vriend der natuur. : VI. over het ontstaan van het zonnestelsel en de aarde. (juni 1874) in: De Tijdspiegel., jrg 31 nr. 7 (juli 1874), D.A. Thieme, Den Haag, p. 332
- ↑ Weblink bron H. ClaeysVerhuizen door Hilda Ram. in: Het Belfort., jrg. 3 deel 1 nr. 6 (juni 1888), S. Leliaert, A. Siffer en Co, Gent, p. 497
- ↑ Weblink bron J. le Francq van Berkhey“Natuurlyke historie van Holland. Deel 9.” (1811), P.H. Trap, Leiden, p. 326
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Mineralogie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Wegenbouw in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal