Naar inhoud springen

kletskoek

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 04:53 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • klets·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord kletskoek kletskoeken
verkleinwoord - -

kletskoek m

  1. nonsens, geleuter
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be