kleinschijfsidderrog
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- klein·schijf·sid·der·rog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinschijfsidderrog | kleinschijfsidderroggen |
verkleinwoord | kleinschijfsidderroggetje kleinschijfsidderrogje |
kleinschijfsidderroggetjes kleinschijfsidderrogjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleinschijfsidderrog m
- (kraakbeenvissen) Tetronarce microdiscus een vissensoort uit de familie van de sidderroggen (Torpedinidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1985 door Parin & Kotlyar
Hyperoniemen
- sidderroggen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'kleinschijfsidderrog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.