kleinoogrog

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleinoogrog    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klein·oog·rog

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  klein bn,   oog zn  en  rog zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleinoogrog	kleinoogroggen
verkleinwoord	kleinoogroggetje kleinoogrogje	kleinoogroggetjes kleinoogrogjes

Zelfstandig naamwoord

de kleinoogrog m

1. (kraakbeenvissen) Raja microocellata  een rog uit de familie Rajidae . Deze kraakbeenvis komt voor in kustwateren en diepe riviermondingen met een zandbodem, in de noordoostelijke Atlantische Oceaan en de Noordzee langs de kusten van West-Europa van Gibraltar tot de Britse Eilanden . Er zijn ook vangsten langs de Noord-Afrikaanse kust

Hyperoniemen

• roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'kleinoogrog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.